- kastje
- {{kastje}}{{/term}}1 [kleine kast] cupboard ⇒ locker2 [televisietoestel] box♦voorbeelden:1 van het kastje naar de muur gestuurd worden • 〈figuurlijk〉 be sent/driven from pillar to post2 de hele avond kastje kijken • watch the box all evening¶ poppetje gezien? kastje dicht • now you see it, now you don't
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.